Raamfolie op de vensterramen is te vergelijken met de glazen van een zonnebril. Zodra je de bril opzet, wordt alles donker. Na een minuut of vijf klaart het beeld op en zie je alles weer net zo licht als daarvoor. Wat gebeurt er nu precies?

Daglicht kan erg scherp zijn voor de ogen. De pupil van het oog verkleint zich dan, zodat je niet verblind raakt. Met een zonnebril op ervaar je dat alles donkerder wordt, omdat je pupil nog steeds klein is. Na verloop van tijd wordt de pupil groter, laat meer licht door en alles wordt voor je gevoel weer licht. Raamfolie werkt volgens hetzelfde principe.

Hou je nu een A4-monster glasfolie voor het raam dan ziet het er erg donker uit. Net of je door een donker gat naar buiten kijkt. Je pupil is dan nog klein omdat die ingesteld is op het felle daglicht dat door het hele raam naar binnen komt. Beplak je nu het raam volledig met bijvoorbeeld een zonwerende folie, dan gaat je pupil verder open en je ervaart niet langer dat het raam donker is. In feite mis je het daglicht niet.
Dat daglicht kan ’s zomers een intensiteit halen van wel 500.000 lux. Bij een lichttoetreding van 20 procent (LTA=20) komt er dan nog altijd 10.000 lux licht door de ramen naar binnen. Tijdens de sombere wintermaanden is er altijd nog een lichtscherpte van 5000 lux. Bij zo’n LTA=20 komt er nog steeds 1000 lux licht door het glas het pand binnen.
Ter vergelijking: de tl-verlichting in een kantoor geeft circa 800 lux licht op de bureaus af. Dat is altijd nog minder dan het daglicht dat door ramen binnenvalt die van glasfolie voorzien zijn. Met andere woorden: raamfolie laat meer licht door dan je verwacht en is lang niet zo donker als je denkt.