Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Engeland, en met name London, hevig gebombardeerd. Naast alle dood en verderf die dit zaaide bij directe treffers, ontstond er ook een groot probleem in huizen en gebouwen die niet geraakt werden. Door de drukgolf van de explosies ontstond er namelijk enorm veel glasbreuk, waarbij glassplinters over afstanden van wel 20 meter schade en verwondingen veroorzaakten. Als granaatscherven werden ze met grote snelheid door de ruimte geslingerd.
In die tijd bestond er een rolletje plakband, het zgn. Sellotape, en dat bood uitkomst. Langs de randen van de sponning werd deze tape geplakt, en horizontal en vertikaal in banen over de ruit. Het zag er een beetje uit als een kerstversiering. Alleen door het op deze manier op te plakken werd er een soort net op de ruit aangebracht waardoor het glas aan het plakband in de sponning bleef zitten. Er vlogen geen splinters rond en het glas bleef in de sponning. Twee grote voordelen werden hiermee bereikt. Minder gewonden, maar ook minder brand. Doordat het glas bleef zitten, kwam er minder verse lucht naar binnen waardoor een brand, wegens gebrek aan zuurstof, snel doofde. Het ei van columbus.
Op dit principe hebben de raamfolie fabrikanten voortgeborduurd, en zo ontstond de veiligheidsfolie. Maar nu werd het niet in banen opgeplakt, maar over de gehele ruit. Onzichtbaar, transparant en optisch zuiver. Daarnaast werden er nog andere eigenschappen aan de raamfolie toegevoegd, zoals het weren van UV-licht, het weren van warmte door de veiligheidsfolie te combineren met zonwerende folie, en het weren van krassen door een anti-kras laag aan te brengen waarmee ook grafitti bestreden kon worden.
In de loop der tijd heeft de veiligheidsfolie zich verder ontwikkeld van glasbreukfolie tot vandalismefolie naar inbraakfolie. Een aantal testen werden gunstig doorstaan en certificaten volgens Europese normen werden afgegeven, als bewijs dat raamfolie een volwaardige beveiliging en meerwaarde geeft aan glas.